De wetenschappelijke bril en de inzichtbril - Kom Op eigen koers, Amersfoort

Op eigen koers
Ga naar de inhoud

De wetenschappelijke bril en de inzichtbril

De wetenschappelijke bril en de inzichtbril
Subtitel: Verhouding van de wetenschappelijke GGZ tot de complementaire GGZ, en wat kies je wanneer?

Wetenschap is over te dragen, wijsheid moet je zelf verwerven. De natuurwetenschappelijke bril, een manier van kijken naar de werkelijkheid, heeft ons de afgelopen eeuwen veel gebracht. Het heeft onze aandacht gefocust waardoor zaken zichtbaar zijn geworden en we veel van de wereld om ons heen hebben leren begrijpen. Die bril is zó waardevol gebleken dat de verleiding groot is geweest om die bril te verheffen tot dé bril die de werkelijkheid voor ons ontsluit. Daarmee blijken we aan te lopen tegen hardnekkige problemen die mogelijk juíst veroorzaakt worden door de begrensde blik die de natuurwetenschappelijke bril met zich mee brengt. Zo heeft de door de overheid erkende geestelijke gezondheidzorg (GGZ) die zich van de natuurwetenschappelijke manier van kijken bedient, te kampen met die beperkte blik. Dit artikel roept op tot verbreding van onze blik op de zorg voor de geestelijke gezondheid. Dit artikel maakt zichtbaar hoe zeer beide brillen verschillen. En hoezeer beide nodig zijn. Dit artikel kan ook voor cliënten helpend zijn om de juiste zorgverlener te vinden.


De wetenschappelijke bril en de inzichtbril
Subtitel: Verhouding van de wetenschappelijke GGZ tot de complementaire GGZ, en wat kies je wanneer?

Wetenschap is over te dragen, wijsheid moet je zelf verwerven. De natuurwetenschappelijke bril, een manier van kijken naar de werkelijkheid, heeft ons de afgelopen eeuwen veel gebracht. Het heeft onze aandacht gefocust waardoor zaken zichtbaar zijn geworden en we veel van de wereld om ons heen hebben leren begrijpen. Die bril is zó waardevol gebleken dat de verleiding groot is geweest om die bril te verheffen tot dé bril die de werkelijkheid voor ons ontsluit. Daarmee blijken we aan te lopen tegen hardnekkige problemen die mogelijk juíst veroorzaakt worden door de begrensde blik die de natuurwetenschappelijke bril met zich mee brengt. Zo heeft de door de overheid erkende geestelijke gezondheidzorg (GGZ) die zich van de natuurwetenschappelijke manier van kijken bedient, te kampen met die beperkte blik. Dit artikel roept op tot verbreding van onze blik op de zorg voor de geestelijke gezondheid. Dit artikel maakt zichtbaar hoe zeer beide brillen verschillen. En hoezeer beide nodig zijn. Dit artikel kan ook voor cliënten helpend zijn om de juiste zorgverlener te vinden.

Wetenschappelijke manier van begrijpen

Wetenschap in zijn algemeenheid heeft als uitgangspunt dat we de wereld om ons heen leren begrijpen zodat we met elkaar een wereld kunnen maken waarin we prettig kunnen leven en waarin we aan onze kinderen kunnen overdragen hoe ze daarin hun weg kunnen vinden.
De natuurwetenschappelijke bril versmalt dit uitgangspunt door “begrijpen” op te vatten als begrijpen door theorievorming die gebaseerd is op de logica, hypothesen, verklaringen en objectieve toetsing/bewijs, toepassing en effectieve voor­spelling. Daarmee wordt de bril versmald tot alles wat zich bevindt binnen het veld van de logica. Zo wordt onze manier van kijken, ons wereldbeeld en ons beeld van de mens, erg versmald. De mens lijkt dan het resultaat van materie en de wetten waar de materie aan onderhevig is. De mens is een bio­chemische fabriek en zijn geest wordt helemaal bepaald en beïnvloed door die materie en komt daaruit voort. Dat wekt de verwachting dat de oorzaak van emotionele problemen met bio­chemische middelen kan worden opgelost. Het is een kwestie van tijd totdat we de mens natuur­wetenschappelijk hebben doorgrond. In de genees­kunst hebben we veel profijt van deze manier van kijken.
Daarnaast is het belangrijk om de grenzen van natuur­weten­schappelijk onderzoek goed in acht te nemen en dit onderzoek niet te gebruiken om uitspraken te doen over zaken die zich aan dat soort onderzoek ont­trekken, hoe verleidelijk het ook is.
Sterker nog: als je alleen maar door de natuur­wetenschappelijke bril zou kijken, zou dat een ernstige beperking zijn omdat dé belangrijke wetenschappelijke doorbraken vaak gebaseerd zijn op intuïtieve inzichten die dan achteraf pas met natuurwetenschappelijk onderzoek bevestigd worden. Zoals Albert Einstein zei: logica brengt je van A naar B, verbeelding brengt je overal. Verbeelding en creativiteit hebben veel gemeen met elkaar; ze onttrekken zich beide vaak aan de wetten van de logica. En beide zijn ze belangrijk voor de wetenschap.
En in de kwantummechanica is het principe al gemeengoed geworden dat wat je te zien krijgt, in belangrijke mate wordt bepaald door hoe je kijkt, en dat je als onderzoeker / observator al invloed op de werkelijkheid uitoefent alleen al door te kijken; daarmee ben je al deelgenoot van de werke­lijk­heid en beïnvloed je die al. Het is de manier van kijken die bepaalt of je “vast-stelt” dat licht uit deeltjes of uit golven bestaat. Zo is de kwaliteit die je in de geestelijke gezondheidzorg meet in hoge mate afhankelijk van hoe je onderzoekt. De moderne wetenschap geeft zelf dus al aan dat onze klassieke weten­schappelijke bril onze blik beperkt. Dus het is essentieel om ons deze beperking en het effect van ons deelgenootschap te realiseren.



Begrijpen door inzicht

Het werkveld van de inzichtbril is een ander onderzoeksgebied waarin “begrijpen” wordt opgevat als “snappen door te ervaren hoe iets werkt, zonder dat daar de logica bij te pas komt”. Dit is begrijpen waarbij je naar binnen gaat en kan voelen of het klopt, waarbij een inzicht komt zoals het kwartje valt. Het woord “inzicht” zegt al dat het gaat over begrijpen door te kijken met menselijkheid, vanuit wat je zelf voelt en hoe het voor jouzelf is. Deze manier van begrijpen is met name de goede onderzoeksbril als het gaat over de emotionele gezondheid. En over de manier hoe mensen zich met zichzelf en elkaar verbinden en de manier waarop wij allemaal, vaak met vallen en opstaan en stuntelend, ons geluk willen vinden en er soms even helemaal niet uit komen, soms vergaan van de pijn. En dat als we leren zien hoe dit werkt, we weer veel verlichting in ons leven kunnen brengen.
Het bijzondere van deze “inzichtbril” is dat die niet gericht is op de kennis die anderen al hebben ontdekt als objectief en verifieerbaar. De inzichtbril nodigt juist uit om met methodieken, die door anderen ontwikkeld zijn, het zicht bij onszelf naar binnen te richten om helderheid te krijgen over de gevoelswaarden en hoe die ons uitnodigen om op bepaalde manieren met onszelf en onze omgeving om te gaan. De cliënt en de zorgverlener maken zich beide deelgenoot van het therapieproces dat helderheid gaat geven over de smaak van ons leven en onze relaties. En de oude Grieken zeiden al: over smaak valt niet te twisten. Smaak is niet iets objectiefs dat je wetenschappelijk kan bewijzen. Smaak is bij uitstek iets subjectiefs.
Deze manier van kijken naar het gevoelsleven onttrekt zich in de regel helemaal aan de logica. Tegelijkertijd zijn we zo gewend om alles vanuit de logica te bekijken dat we zelfs bij natuurlijke processen waar we vertrouwd mee zijn, zeggen dat het “logisch” is, als we bedoelen dat onze natuur­lijke ervaring heeft geleerd dat het vanzelfsprekend zo gaat. De hang naar het begrijpen op basis van de logica vertroebelt gemakkelijk onze blik.


Twee brillen, twee manieren van kijken

We hebben hier dus twee waardevolle brillen te pakken, twee waardevolle manieren van kijken:

  • de natuurwetenschappelijke bril die alles probeert te verklaren met de logica, die op basis van grote aantallen metingen een uitspraak doet en zo wetenschappelijke en objectieve kennis oplevert die voor iedereen lijkt te gelden, en
  • de inzichtbril die uitnodigt om met aandacht te kijken naar wat je ziet, en met aandacht te kijken naar hoe je gevoelswaarden bepalen hoe je kijkt en wat je ziet; kennis die voortkomt uit ieders persoonlijk verhaal en die bij uitstek subjectief is, je eigen kompas is. De inzichtbril levert kennis op die we ten behoeve van het duidelijke onderscheid met wetenschappelijke objectieve kennis betitelen als wijsheid.

De wetenschapsbril en de inzichtbril bestrijken dus twee zeer verschillende gebieden, en dragen allebei bij aan het begrijpen van deze wereld en hoe we ons daartoe verhouden. Het zou niet passend zijn om een van beide brillen belangrijker te maken, of daar strijd over te voeren. Op één been kan je niet lopen; dat loopt voor geen meter. En ja, het komt voor dat mensen niet zo ontwikkeld zijn in de logica en wetenschappelijke kennis niet kunnen begrijpen. Maar daarmee hoeft wetenschap­pelijke kennis nog niet in de prullenbak te belanden. En zo komt het ook voor dat mensen niet zo’n ontwikkelde inzichtbril hebben, en niet snappen wat daar gebeurt. Daarom is dat nog niet minder belangrijk. Dus als je vooral met de natuurwetenschap­pelijke bril kijkt om te beoordelen of het werk met de inzichtbril eigenlijk wel deugt, is dat vragen om misverstanden. En omgekeerd geldt precies hetzelfde. Beide zienswijzen zijn dus gewoon anders en vullen elkaar prachtig aan. Ze laten elk zeer verschillende facetten van dezelfde wereld zien. Als we van het anders zijn iets tegenover­gestelds maken, zijn de verschillen in de praktijk al gauw onoverbrugbaar, maar dat is gelukkig helemaal niet nodig.


Kunnen kennis en wijsheid beide worden overgedragen?
Het bijzondere onderscheid tussen natuur­weten­schappelijke kennis en innerlijke wijsheid is dat je de eerste kan overdragen zodat de huidige generatie voort kan bouwen op de kennis van de vorige. Dat is rond onze technische ontwikkeling goed te zien. Toch kan je niet met recht beweren dat de mensheid sinds de Griekse en Romeinse tijd nou veel gelukkiger is geworden. Dezelfde macht­spelletjes en dezelfde intriges spelen zich nog steeds af. Het lijkt wel alsof wijsheid door elk mens opnieuw geleerd moet worden.
Hé, dat is merkwaardig. Moet wijsheid door elk mens opnieuw ontdekt worden? Er zijn ons toch vele wijze mensen voor gegaan? Is wijsheid niet door te geven aan de volgende generatie? Het antwoord lijkt “nee” als je kijkt hoe de mensheid het er de afgelopen eeuwen vanaf heeft gebracht. Blijkbaar hebben we met het doorgeven van onze wetenschappelijke kennis de wijsheid niet doorgegeven. Vanzelf­sprekend eigenlijk, omdat wetenschappelijke kennis iets anders is dan wijsheid. Maar de wijzen die ons zijn voor gegaan hebben ons toch vele wijze geschriften nagelaten? Ja, maar als we die met de natuurwetenschap­pelijke bril lezen, herkennen we de wijsheid niet die daarin staat. En helaas is het monopolie van de wetenschap zo sterk geworden dat we zóveel met de natuurwetenschappelijke bril kijken dat we de wijsheid in die geschriften moeilijk herkennen. Het wordt tijd dat we de inzichtbril er weer bij pakken.


Is inzicht dat je vergaart met de inzichtbril over te dragen en door te geven?
Dit inzicht is in wezen wat je te zien krijgt als je afstemt op jezelf en je omgeving en je vanuit innerlijke rust kijkt naar alles wat je beroert. Wat je dan te zien krijgt kan behulpzaam zijn om je leven vervullend en licht te maken, zelfs om ontdekkingen te doen die voor de wetenschap belangrijk zijn. Het is, als het gaat om de inzichtbril, niet zo eenvoudig als bij de weten­schapsbril waarbij je simpelweg kunt zeggen dat natuurwetenschappelijke kennis voor iedereen een grote houdbaarheid heeft; er is om zo te zeggen maar één waarheid en dat is de objectieve werkelijkheid. Voor de inzichtbril begint het onderzoek met het feit dat elk mens zijn eigen gevoelswaarden voorkeuren en afkeren heeft. Daarmee ervaart hij dezelfde situaties verschillend met elk ander. Daarmee kent elk mens zijn eigen ervaren waarheid. De inzichtbril laat elk mens door zijn eigen bril naar zijn situatie kijken en gevoel krijgen voor de vraag hoe hij kijkt en hoe hij met zichzelf en zijn omgeving omgaat. Daar komt dan de wijsheid om de hoek kijken. Ook al is die wijsheid niet overdraag­baar, toch kan je tools en methoden doorgeven, zaken die te maken hebben met de methodologie van de inzichtbril, namelijk de manier van kijken waardoor mensen leren zien wat hun authentieke antwoord is op de vele situaties waarin zij terecht kunnen komen: respons-able leren zijn; in elke context en cultuur waarin je terecht komt, in staat zijn een authentiek passend antwoord te geven.
Dus zowel de wetenschappelijke bril als de inzichtbril kennen hun eigen soort van kennis en elk kent bijbehorende zeer eigen methoden van onderzoek om die kennis boven tafel te krijgen. 


Schematisch is dat als volgt weer te geven:



Als een zorgverlener een cliënt leert werken met de inzichtbril is het nodig dat de zorgverlener zelf zijn eigen inzichtbril goed ontwikkeld heeft en dat hij met wijsheid de bijbehorende methoden van onderzoek inzet zodat de ander zijn inzichtbril kan ontwikkelen en zijn wijsheid kan ontdekken.


De methode van onderzoek: overeenkomsten en elkaar aanvullende verschillen

Overeenkomsten zijn dat bij beide het waarnemen, beschrijven, duiden en theorievorming heel belangrijk zijn. De natuurwetenschap geeft echter een oordeel vanuit de logica of iets klopt c.q. waar is. En de natuurwetenschap wil kijken of theorieën kloppen en daarmee verschijnselen verklaren. De inzichtbril wil niet verklaren vanuit geverifieerde theorieën, maar gebruikt de theorieën en hypothesen en beelden als uitnodiging aan de cliënt om zelfonderzoek te doen en te kijken vanuit gevoelswaarden en –betekenissen hoe hij zijn eigen verhaal kan begrijpen.
De uitgangspunten bij het (leren) werken met de natuurwetenschap­pelijke bril zijn ook heel anders dan bij het leren werken met de inzicht­bril. Ze vullen elkaar uniek aan. Voorbeelden:

In de wetenschap telt objectieve kennis en waarheid, bij de inzichtbril telt juist subjectieve beleving en waarheid, die bij aandachtig onderzoek kan leiden tot wijsheid. Zo heeft een weten­schap­pelijk geschoolde zorgverlener de kennis in pacht en kan het allemaal uitleggen. Maar de zorgverlener die met de inzichtbril werkt heeft niet de wijsheid in pacht. Hij kan zijn cliënten wel begeleiden om hun eigen wijsheid te ontdekken.

De natuurwetenschap is vertrouwd met analyseren. In de gezondheidzorg wordt daarbij lichaam, gevoel, ratio en bezieling vaak los van elkaar bestudeerd en rationeel benaderd. Bij het focussen kan je een facet beter doorgronden, maar dan valt de sámenhang tussen die vier buiten het blikveld. De inzichtbril kijkt holistisch, leert de cliënt zich als geheel te beschouwen en te kijken naar de samenhang tussen de lichamelijke, de emotionele, de rationele en de spirituele signalen.

De wetenschappelijke bril kijkt diagnostisch, verklarend en probleem oplossend naar de klacht of de ziekte. De inzichtbril is gericht op de mens en de menselijke kwaliteit van de therapeutische relatie omdat dit de spiegel is waarin de cliënt zichzelf en zijn verhaal achter de klacht of ziekte kan herkennen. 


Is de kwaliteit van GGZ vanuit de inzichtbril met wetenschappelijk RCT-onderzoek te onderzoeken?

Ja, als de wijze van onderzoek maar ondersteunend is voor het therapeutisch proces en niet uitnodigt om te scoren en de kwaliteit op de tweede plaats te zetten. En ja, als dat onderzoek maar gebruik maakt van de neiging van mensen die onderzocht worden om de onderzochte factoren zo mooi mogelijk te laten zijn, en gebruik maakt van het feit dat de therapeut een wezenlijk onderdeel uitmaakt van de therapie; en dat kan als het onderzoek gaat over de factoren die de kwaliteit werkelijk bepalen. Factoren zoals:

  • Elke cliënt is uniek, kent zijn eigen belevingswereld, zijn eigen bril en zijn eigen verhaal. Dus geen vooraf omschreven diagnosen waar de cliënt in wordt gepast met bijbehorende standaard behandelplannen.
  • Elke cliënt verdient zijn eigen pad van struikelen en opstaan om zijn wijsheid te ontdekken.
  • Elke cliënt zoekt zijn eigen antwoorden op zijn unieke situatie, zijn wijsheid.
  • Hij moet geholpen worden om op onderzoek te gaan naar zijn wijsheid. Dus de cliënt neemt niet voor waar aan wat de zorgverlener zegt, maar toetst elke aanwijzing en suggestie van de zorgverlener aan zijn eigen beleving. Zo ontwikkelt hij zijn eigen basis om in het leven te staan en zo kan hij daar zelf verantwoordelijkheid in nemen.
  • Therapie focust niet op symptoom­reductie door kennis en gedragsveran­dering maar op het vanuit de beleving begrijpen op welke behoefte of welk verlangen het symptoom wijst. Niet traumagericht maar groeigericht.
  • Het optimaliseren van een gelijkwaardige relatie in dialoog en het stimuleren van zelfsturing en medeverantwoordelijkheid van de cliënt.
  • Omdat de cliënt en de therapeut beide deelgenoot zijn van het therapeutisch proces is het belangrijk dat de therapeut samen met de cliënt de kwaliteit van de menselijke ontmoeting regelmatig evalueert. Zijn de sessies helpend of juist belemmerend? Heeft hij wat gemist? Was het veilig? Voelde hij zich begrepen? En brengt het de cliënt verder? Zijn ze nog op de goede weg? Hebben ze nog dezelfde focus? Krijgt de cliënt meer begrip voor zijn situatie, en voor hoe hij zich verhoudt tot zichzelf en zijn omgeving?
Conclusie

Dit artikel is dus een pleidooi voor het gebruik van beide brillen die elk zicht geven op een ander deel van dezelfde wereld. Het is ook een oproep aan huisartsen en GGZ-praktijkondersteuners voor huisartsen, en aan andere zorg­verleners die met de natuur­wetenschappelijke bril werken, om samen te werken met zorgverleners met de inzichtbril, en omgekeerd. Wat dit betreft is het verheugend dat beide beroepsgroepen steeds meer scholing in elkaars vakgebied volgen om meer feeling met elkaars werk te krijgen en daardoor beter door kunnen verwijzen.
Dit pleidooi roept ook cliënten op om goed te kijken welke zorg zij nodig hebben en om bewust te kiezen voor een zorgverlener die geoefend is in de bril die hen verder kan helpen. In de ene situatie is namelijk een deskundig advies op grond van weten­schap­pelijk onderzoek gewenst om het leven weer aan te kunnen, en in de andere situatie is het juist helpend dat er de mogelijkheid is om eigen inzicht en wijsheid te verwerven om te leren leven op een manier die helemaal bij je past.

Amersfoort, 17 juni 2013 
Terug naar de inhoud